GELEIDEBRIEF
Geest noch lichaam
raakt een vlaag uitheems
het hart voorzichtig
zonder maatregelen
moedig dus verheft het
zich in erbarmen
na eeuwen verankering
tijdig vertrokken nu
spreekt de wind
er is geen andere keus
voor een tocht die gewillig
door lijden leidt
er is geen andere kant
en geen stroom die de dood
overschrijdt
er is geen andere kracht
dan het zelf waarin alles zich
zelveloos bevrijdt.
◄║►
ROEPING
Ontwaak uit bermbestaan
word wandelaar kies
koers naar heilig water
oceaan geweldenaar
draagt goedgeluimd in klankboot
jouw leven als een oeverlied
navigeer hoofd hart en ziel
tot heelal in elke
cel die luistert
aan de open einder
verwelkomt wilde vegetatie een
ooit geordend innerlijk.
◄║►
RUSTPLAATS
O liefdevol woeden
reinig van moeienis.
◄║►
SLAAP
Aan het einde van
de droom rijst godsbewijs
door zinnewaas baant
lichthart zich leven
alle porie ademt onschuld
nog zoeken wimpers vereffening.
◄║►
WERK
Met dezelfde nietige
steen in de hand
naar eenzelfde vage
plek in het huis
voor hetzelfde karig
loon van de baas
elke ochtend
mens na mens in functie
met eenzelfde vreemde
geur om het hart.
◄║►
GEESTVERWANTEN
Gedrochten van zin gegeven
vlees vecht of vrijt
men zich beeldend
het gezag tracht moeizaam
te bepalen wie of
waar hier dader is
naamloos
trekt godsvrucht
door vaandel en val.
◄║►
BUITENLEVEN
Wat lange tijd wachtte en zocht
naar verblijf ging spoorloos
teniet in het droomdal
langs glooiing klinkt de aanzet
tot weerloos lied van een zanger
die wandelt in afloop.
◄║►
AAN ONS
Je gaat op weg
al ontgaat ons hoe
elk weldra ontwaakt
in helle waan
tastend naar licht
zingt niets
toch duisterder
dan liefde.
◄║►