KIEMEN
Ik wil dienen
de witte bloem
van waakzaam leven
moge ik kiem
zijn in haar
wijdste wasemen.
◄║►
TUIG
Verboden wapentuig – elke meerdere
moet terecht mij mogen weigeren
intiemer zegel pas overwint het
onnut van verdwaasd marcheren
geduldig nu dirigeert vrediger tuig
van verre herkomst mij het landschap in
van een zelfs omwille van lijden
gul pulserend hart
hier eindelijk gonst bevrijdingsadel
dwaze boeddha’s tot leven en
stemmen ooit wanhopig krijtend
befluisteren moedig hun groei.
◄║►
GROOTMOEDER
Mijn dartele onbenul dacht
jeugd te gaan herbeleven
soeverein veroorloofde jij me
jou stilletjes te zien sterven.
◄║►
GAARD
Door eigenaar en bezoekers
in elke gaard verwaarloosd
groeit een oude dharmaboom
geen vogels nauwelijks loof
enkel bast wortels en sap
serveert hij ons, bodemgangers.
◄║►
OERSTAAT
Vel hier geen oordeel
en geef vale beelden prijs
want in ons wasemt vitaal
alwustend serum
als sap uit steen
tot hartsgloed geperst
vult in wending en stijging
het elk soort gewas.
◄║►
LEVENSGEHEIM
Deze grond absorbeert overbodigs
iedere korrel ademt goedheid
op wens van geheim
je belandt hier concentrisch
spiralend omlaag
uit niets dan driftig lijden
verbazend hoe weinig vraagt
aandacht of actie
waar levensvreugde regeert
deze reductie ten goede
aanvaarding ten volle
besteding ten nutte
lofprijst de totale mens
in eenvoud van aanpak en zicht
op context en bedoeling
hij neuriet zij danst
wij komen bijeen in steeds
wonderlijker weefsel
dat bewegingloos ademend
doortrilt kosmisch klankspel
van vurig, vochtig bevel.
◄║►
WAKEND
Waar is eenieder ieder
leeft en werkt hartsgewijs
want gezorgd wordt alom
voor tijdloos bevoorraden
en routes verkennen
op bemoedigende zolen
wie behoed zo niet hoort
of pijnlijker nog ontwijkt
krijgt intiemer signaal
uit algoede wens
wervelend concentrisch
steeds krachtiger ontwaand
steeds minder belazerd
te zien de bijstere rijkdom
van ieders eeuwige
mens.
◄║►