Vroeg Zeer

(deze reeks is gestart in 1970)

BLADEREN

Bladeren ruisen
bomen zwieren
terwijl gindse schilder
zijn levenstaak verricht

zwaluwen vliegen laag vandaag
septemberweer op til
wijdse wolken vormen
een onaantastbaar vergezicht

lieve prinses zonneschijn
waarom moet het zo moeilijk zijn
te spelen in een kinderrijm

te springen als een harlekijn
ongestoord te lachen
volmaakt gezond te zijn.

◄║►

BOOM

Ik wil een boom zijn
en mijn groene haar vrijelijk
doen spelen met de zorgeloze wind
en enkele bevriende vogels

ben ik een boom
geen vogel kent mijn naam
uitgezonderd stille Mira
Mira-lief weet mij te staan.

◄║►

ONTHEEMD

Klein verloor hij zijn gouden steen
men schonk hem autootjes

toen de zieke vogel later dood lag
mocht hij mee in hun nieuw geval

langzaam sloten zich de deuren
ramen schoven dicht

onverwelkt verdween het gras
wartaal werd leven.

◄║►

BRUG

Er rust een roestdodend roepen
een brug
van hier is de nachtegaal niet gekend
vloeistof niet water
naar hier stroomt het levensbloed en
juichsluipen de groengroenbomen spelers

de kinderen eens zullen staan
op tweegedeelde tafels
wetend van goed en
goed
en onze monden gepaard
gaan in lachende handen.

◄║►

ONTSTAAN

Een oude grijze boom
leverde woorden als vruchtbeginsel
voortaan schreef hij liefdesbrieven

in de late middagzon
de boom is geveld
ontloken de liefde.

◄║►

VERWEKPAARD

Het verwekpaard wil ik bekbekijken
weten van zijn adem

van verval is nu de tong knelt
en spiegels ziet in modderwater

op trilvingers breekt mijn lichtstralen oog
een dovemanshart kent taal noch teken.

◄║►

RUGGELINGS

In een oogwenk groot
zijn de wijze dwazen
van het moment

nu eenkennige wijzers
ook ruggelings leerden leven
is twaalf niet meer vierentwintig

kleuren nu zijn geuren
zijn vleugels van
het ene lied

dat slag na slag
deze reiziger van lichter
zicht voorziet.

◄║►

MEESTERLIJK

Voor Lucebert

Hij zegt het lied in woorden
maar klank vooral
met grootse interval
van cellulair tot aardvermaak

heeft hij weet van
steenhars en gezwel
en voelt van barse
wroeging

roept alle goden aan
en geeft de doden weer
zolang de lieden
sollen

zeg
wat er te zeggen valt
fitte rat met pikhouweel
en mond vol van bananen.

◄║►