1.
De deur slaat dicht
ik keer me om
loop terug naar binnen.
◄║►
2.
Een vriend naast mij
hoe zou het met hem zijn
buiten schemert het.
◄║►
3.
Mijn snaren zingen
verbeten
suizen auto’s af en aan.
◄║►
4.
De lege schommelstoel
hangt maar wat
te staan.
◄║►
5.
Een duif strijkt neer
op de dakgoot
vliegt dan weer weg.
◄║►
6.
Ik denk
ik denk niet meer
ik denk.
◄║►
7.
De belklank vervliegt
in het fluiten der vogels
ergens tussen gebladerte.
◄║►