Gisteren wat geneusd in Wallace Stevens: Collected Poetry and Prose (Washington 1997) uit de mooie maar vet gesponsorde serie The Library of America.
In de “Chronology” valt te lezen (p. 967) hoe hij zich afzette tegen het voorlezen van gedichten via publieke optredens; hij weigert uitnodigingen daartoe: “I am not a troubadour.”
Deed me overwegen hoe dit contrasteert met de actuele poëzie-cultuur: de vermaaksfactor wint het van inhoudelijke waardering; voor velen is het personage wat hen in eerste instantie trekt, niet zozeer de tekst.
Hier het pleidooi van William Carlos Williams voor de waarde van het woord:
Mijn hart wakkert
bij de gedachte jou nieuws te brengen
omtrent iets
dat jou aangaat
en dat vele mensen aangaat. Kijk
wat men voor nieuw verslijt.
Daar zul je het niet vinden, maar in
gedichten die men minacht.
Het is moeilijk
nieuws te halen uit gedichten
maar dagelijks sterven mensen in ellende
uit gemis
aan wat zij bieden.
◄║►