Vieren en wijden

1.

Elk bedenksel dat ons
verlokten belaagden
meent te binden
is vals bevonden
aanname van nooit
ontstane afloop

ochtendlijk opgaan pas
schenkt helend licht
waarin het dagpad klaart
om vers te laten klieven
jouw zwaardkunst
elke dichtgeslagen wond

wijze krijgers huldigen
hun instant opdracht
met woordloze eenvoud
strakke gunning en
de zich delende inzet
van volstrekt beleven.

naar 2

2.

Jij held die moedig eerst
zichzelf moest verslaan
bent betrouwbaarste hulp
nu ons bekakt lichaam
de ruwere spoeling zoekt
van innerlijk verbranden

langszij spetteren huizen
verhalen lotgenoten over
kraters vaardig vermeden
maar betreden door jou
die de ongein aanvaardt
van een afgedankt brein

aanstaande ontbinding
eeuw op eeuw vervloekt
onthult zegenrijker hand
en dierbaarder aandrang
wellend uit steviger bodem
onder alle ijl getij.

naar 3

3.

Laat ons druppel zijn
die oceanen puurt en
vlaag op vlaag stuurt
steendamp als borging
van het wijsheidsoog
dat uit leegte leeft

jouw ruimtelijk vocht
mengt de vurige weelde
van cellenzon vlammend
in mild laaiende adem
dwars door de vrieskou
van ons eindig vlees

alle dorstwezens mogen
heffen hun diepste dronk
als evenzovele narren
aan een vredig vorstenhof
schuchter dansend de
wilde waarheidstred.

naar 1

Bron: Gutsend


◄║►