Uit de bundel: Nalatig;
opgenomen in de audio-serie Vuurvocht
ECHTHEID
Ongeboren straal je
stervormig
deinend in het fijnste
glorielicht
schenkt achteloos
wie mindert zicht en
gunt meertaligen hun
droom bewimperd
je leeft puur
ver reikend als een
niet te bergen lach
ongekend mens
in het laaiend heelal
van jouw hart.
GOEDHEID
Zacht maak jij het
steen dat ons omgeeft
als een huid ons
doordringend met adem
zalvend zelfs ruwste
omgang tot
betrouwbare tover
van aandacht
in ieder oog
welt
jouw wijsheidslicht
elke drijfveer
kent
jouw handen.
RUIMTE
Opgenomen in wat
vreemdste vorm was
zichtbaar overvraagd
opent mij dit
naadloos fijne
ondermijnt uiterst vredig
laatste duidelijkheden
omtrent jou
verregaandst
bedrog vereffent
alle doel
voortaan deel ik
zelfs niet ademend
elk aanwezig zijn.
KRACHT
Je suizelt door mijn
fijnste aders
en fluistert in elke nis
mijn naam
oprijzend
uit oude slaap
nijg ik voor de rondgang
van jouw geur
maar wen ons
minzaam
aan je waangeweld
verruim voorgoed
de toegang
tot jouw wenkbrauw.
PRECISIE
Niet waar te nemen
zuiverheid blijft intact
geen vogel vraagt naar
wat hem draagt
stilaan kneden
jouw contouren mij
tot een weids vertrek
van ontademing
er bestaan cellen
die windkracht
tarten
er is een woord dat
lijkt te kunnen
zwijgen.
OVERGAVE
In de diepte
in de breedte
in verste fijnheid
golft je stem
elke vorm komt
voort uit dieper
wenswerk ooit
van verwoording
je bent een zaad
dat nergens
oogst
en nieuwer bloeit
dan glansrijkste
geboorte.
VREDE
Lek het wachtwoord
niet naar buiten
de kolkende haard
biedt voldoende
heet welkom wie
beschroomd aanbelt
om het schroeien
van de dorst
onze rijkdom
is het rustbed
dat zij zoeken
zoals jouw eenvoud
de tover is
die mij zingt.
◄║►